20 november 2022 | Via NRC en The Book of the City of Ladies naar een florilegium uit Buitenzorg; over een werk van Bertha Hoola van Nooten
door Corine Wanschers op 28 nov 2022, 21:45In NRC van 11 november 2022 vraagt Bianca Stigter aandacht voor het feit dat in de canon van de westerse kunstgeschiedenis nauwelijks vrouwelijke kunstenaars zijn opgenomen. Voor haar artikel onder de kop ’Geschiedenis van de kunst kan prima zonder mannen’ vormen drie boeken het uitgangspunt. De meeste aandacht gaat uit naar het in 2022 verschenen ‘The Story of Art without Men’ van Katy Hessel.
Hessel ‘(…) roemt Judy Chicago’s The Dinner Party uit 1979, dat bestaat uit een gedekte tafel waar de namen van 39 uitzonderlijke vrouwen op staan, onder wie Christine de Pisan (…)’. Laat nu juist Christine de Pisan over beroemde vrouwen schrijven, nota bene al in 1405! Weliswaar niet uitsluitend beroemd in de beeldende kunst, maar toch. Vrouwen zijn volgens haar absoluut onmisbaar voor de continuïteit van de samenleving op politiek, geestelijk en cultureel terrein.
Christine de Pisan
‘The Book of the City of Ladies’ is in 1405 in het Frans gepubliceerd. Christine de Pisan (ook wel De Pizan, Venetië 1364/1365 – Poissy ca. 1430) verblijft dan al een jaar of twintig aan het Franse hof van Charles V en is schrijfster om den brode want jong weduwe met drie kinderen. In 1521 wordt ‘The Book of the City of Ladies’ voor het eerst in het Engels vertaald en in 1983 verschijnt in Londen een moderne editie met een uitgebreid voorwoord en in nieuwe vertaling.
Aan het werk van Christine de Pisan is –voor zover bekend- één literair werk voorafgegaan dat ook geheel gewijd is aan beroemde, historische, vrouwen, namelijk Boccaccio’s ‘De mulieribus claris’. Boccaccio (1313-1375) maakt die vrouwen in feite een dubieus compliment: omdat zij lichamelijk zwak zijn en traag van geest, verdienen zij des te meer lof wanneer ze er in slagen zelfs voor mannen moeilijke taken te volbrengen. Maar, zo stelt Boccaccio vervolgens, er zijn te weinig echt illustere vrouwen om genoemd te worden.
Deze mening en andere, uiteenlopende redenen, hebben er mede toe bijdragen dat vrouwen in de westerse kunst in de vergetelheid zijn geraakt. Dat zal voor het grote publiek ook gelden voor Bertha Hoola van Nooten. Wie in voormalig Nederlands-Indië is opgegroeid, in Batavia of Buitenzorg, zal de naam misschien kennen van kleurrijke schoolplaten met een minutieuze weergave van inheemse planten.
Lerares en amateur-botanicus
Bartha Hendrica Philippine van Dolder (Utrecht 1817- Batavia 1892) trouwt in 1838 met Dirk Hoola van Nooten die rechter is. Na een verblijf in Guyana en Suriname verhuist het echtpaar naar de V.S. waar zij een meisjesschool leiden. Wanneer Bertha na de dood van haar man met vijf kinderen en met schulden achterblijft, haalt een halfbroer haar naar Batavia. In 1857 richt ze daar opnieuw een school op voor de ‘opvoeding en middelbaar onderwijs voor jonge jufvrouwen (…) uit den beschaafden stand’. Bertha is bevoegd tot het geven van les in het Duits, Frans en Engels. Daarnaast geeft ze les in muziek, bijbellezen, handwerken en tekenen en is zij een amateur-botanicus. De Java Bode van 1860 kondigt ze aan van start te gaan met een kostschool voor meisjes in Buitenzorg.
Fleurs, Fruits et Feuillages de Java
In de plantentuin in Buitenzorg tekent Bertha ‘naar de natuur’ en besluit ze tot de uitgave van een geïllustreerd florilegium met veertig gelithografeerde afbeeldingen van bloemen, vruchten en planten op Java. Het complete boek beslaat tien afleveringen. Bertha’s tekenkwaliteit en botanische kennis zijn zo groot dat aan de kosten van het dure plaatwerk wordt bijgedragen door koningin Sophie. Haar man, koning Willem III, en zijn broer Prins Hendrik (‘de Zeevaarder’) behoren tot de eerste intekenaars voor Fleurs, Fruits et Feuillages choisis de la flore et pomone de L’Ile de Java peints d’aprés de nature par Madame Berthe Hoola van Nooten. Het boek kost bij voorintekening fl. 60,-, thans zo’n € 1.450,=. Ook Ludolph, baron Sloet van de Beele, gouverneur-generaal in Nederlands-Indië van 1861-1866, steunt de uitgave. De eerste editie wordt in 1863-1864 gedrukt bij Émile Tarlier in Brussel en wordt meteen goed ontvangen, het boek is een succes.
Losse bladen, voor school en handel
Twee exemplaren van het boek worden tentoongesteld op de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling in 1883 in Amsterdam. Eén boek is door de organisatoren uit elkaar gehaald; de veertig litho’s worden in afzonderlijke lijsten geëxposeerd. Losse illustraties die af en toe in de handel komen zijn niet speciaal bedoeld als schoolplaten maar soms wel als zodanig gebruikt gelet op de manier waarop ze zijn gemonteerd op steunkarton en met een ophangsysteem op de achterkant.
Met de derde editie uit 1881 is iets bijzonders aan de hand. De afbeeldingen daarin zijn niet gemaakt door de oorspronkelijke lithograaf Guillaume Severeyns maar gekopieerd door Pieter Depannemaeker, een lithograaf uit Ledeberg bij Gent. Alleen uiterst nauwgezet onderzoek brengt de verschillen met de eerdere edities aan het licht.
Wanneer Bertha in 1892 overlijdt, worden uit haar boedel 14 complete exemplaren van Fleurs, Fruits et Feuillages openbaar verkocht.
Op 12 december 2022 wordt bij het Venduehuis online een boek uit de tweede editie geveild, uit 1866. Met drie inleidende tekstbladen en veertig gelithografeerde platen door Severeyns. Elke litho gaat vergezeld van een verklarend tekstblad met parallelle Engelse en Franse tekst. Het boek, in uitstekende staat, is een zgn. groot folio, ca. 52,5 x 39,5 cm met de richtprijs van € 3.000 - € 5.000.
Of de naam Bertha Hoola van Nooten te zijner tijd wordt toegevoegd aan de canon, valt niet te zeggen. In ieder geval verdient haar werk het zeker om onder de aandacht te komen van een groter publiek.
Philomeen van ’t Hooft
Venduehuis der Notarissen Den Haag
Met dank aan Jaap van Eesteren, expert boeken en prenten Venduehuis Den Haag
Venduehuis Den Haag| Online Veiling Books & Prints 12 december 2022 | Kijkdagen 8 – 11 december, 10:00 – 16:00 uur
Literatuur:
David Apollonius Coppoolse, Hoola van Nooten voor de klas , in 9. Java Post, Verhalen over Nederlands-Indië
Christine de Pizan, The Book of the City of Ladies, Picador, Pan Books, London 1983